Een vroege taalontwikkeling is heel belangrijk. Een op de negen Nederlanders heeft moeite met lezen en schrijven. Dat is heel erg veel. Aandacht voor taal is iets dat al vanaf klein moet gebeuren wil je later geen achterstanden oplopen en in een vicieuze cirkel terecht komen. Daarom is het belangrijk dat kinderen opgroeien in een taalrijk gezin. 

In dit blog geeft Judith praktische tips om heel simpel een handje te helpen bij de taalontwikkeling van je kindje.

 

Taal en taalontwikkeling bij je kind

Nee, ik ben geen taalkundige, opvoedgoeroe of anderszins educatief onderlegd expert. Tot zover de disclaimer :-) Ik lees wél veel over taalontwikkeling en in mijn werk kom ik veel profs tegen met wie ik er over spreek.

Taal. Alles in het leven begint ermee. Ja, ook rekenen vereist een goede taalontwikkeling. Je kunt je kind enorm helpen door ervoor te zorgen dat hij op een positieve manier in aanraking komt met taal. En het mooie is, dat kan al vanaf baby en gewoon tijdens je dagelijkse routine.

Onderstaande tips zijn vooral praktisch van aard; ik gebruik ze met mijn zoontje en heb gemerkt dat het werkt. Dus vandaar dat ik ze graag deel, doe er je voordeel mee!

Voorlezen

Tja, dit is als eigenaar van een kinderboekenblog natuurlijk een inkoppertje, maar het maakt echt alle verschil. Je kunt vanaf 3 maanden starten en geloof me, met de juiste babyboeken (zie evt. mijn blog voor tips) kun je je baby óók op die leeftijd al boeien. In boeken staan nou eenmaal woorden die je niet dagelijks in je spreektaal gebruikt. Dat betekent dat met een kwartiertje voorlezen per dag, je kind honderden woorden per jaar extra leert!

Binnenkort zal ik overigens een blogje wijden aan voorlezen, met o.a. tips hoe te starten.

 

Babygebaren

In een van mijn vorige blogs heb ik onze ervaring met babygebaren verteld. Het is ontzettend leuk om te doen en soms duurt het even maar er kómt een dag dat je uk een gebaar terug doet en tjonge dat is een klein feestje!

Door middel van babygebaren stimuleer je het gebied in de hersenen dat geactiveerd wordt bij taalontwikkeling. Ook al kan je baby nog niet praten, gebaren kan hij al wel. Met als gevolg dat je een blij kind hebt dat zich kan uitdrukken. En jij bent blij omdat hij met je communiceert. Kortom, het is echt win-win en bij baby’s die gebaren hebben geleerd blijkt dat ze een stuk sneller gaan praten!

 

Praat in normale taal

Praat in normale taal tegen je baby,  ook al snapt die er geen snars van. Ook moeilijke woorden kun je gewoon gebruiken. Belangrijkste is dat je niet gaat praten in babytaal; dus niet: “Bram pap?” maar “Bram zullen we pap eten?”. Zo hoort je kindje al vanaf het begin gewone woorden en zinnen.

 

Verbeteren door herhalen

Als je kind gaat praten zal hij veel woorden en vervoegingen verkeerd doen. Het is vooral van belang dat je dan niet gaat verbeteren “nee, dat zeg je niet zo, maar zó”, maar dat je ongemerkt verbetert door te herhalen wat hij zei maar dan met de juiste vervoeging: bv. “mama kijk wat ik heb gemaken”, “oh ja ik zie wat je hebt gemaakt”.

Ook als hij verkeerde woorden gebruikt, bijvoorbeeld de foute naam voor een dier of kleur voor iets, gewoon bevestigen wat hij zei maar dan met de juiste kleur bv. als hij zegt “kijk mama die auto is blauw” terwijl de auto rood is dan zeg je “ja inderdaad, de auto is rood”. Heel vaak zal je kind dan jouw zin namelijk herhalen en zo dus inprenten in zijn koppie.

NB. Het negatief verbeteren met het woordje ‘nee’ erbij kan ervoor zorgen dat je kind minder durft te praten uit angst het niet goed te zeggen. Soms voelt het wat onnatuurlijk om iets anders te ‘bevestigen’ dan wat je kind zei (kijk mama een hond ? ja ik zie ook de kat) maar je zult zien wat voor effect het heeft!!

 

Blijf praten

Iets anders dat van belang is, is dat je de héle dag door met en tegen je kind praat. Dit kan bijvoorbeeld door te  benoemen wat je ziet en doet. Ook weer in gewone taal. Op die manier went je kind weer aan gewone zinnen en woorden. Bovendien maakt het hem opmerkzaam, bv. als je buiten loopt en hem wijst op mooie bloemen, kevertjes, de kerktoren, een brommer, het stoplicht, etc.

 

Voor de iets oudere peuter en kleuter

Tot slot een kleine zijsprong, voor de iets oudere peuter en kleuter.

Iets wat we thuis net aan het toepassen zijn. Het heeft wel met taal te maken, maar dan met name met de manier waarop je peuter/kleuter iets zal interpreteren en de waarde die hij of zij er vervolgens aan hecht.

Het makkelijkst is even een voorbeeld.

Stel je kind heeft je net met iets geholpen. Tot voor kort zeiden wij dan bv. “dank je wel voor het helpen, dat vond ik erg fijn!”. Nu zeggen we: “wat was je een goede helper, dank je wel, dat was erg fijn!” Doordat benadrukt wordt dat je iets al bent komt het heel anders over en is je kind eerder geneigd om opnieuw te helpen, want je kunt het dus ook vooraf gebruiken: “wil je weer een goede helper zijn en dat aan mij geven” sorteert waarschijnlijk een groter effect dan “wil je me even helpen en dat aan mij geven”. Bij ons werkt het!

Nou, dit waren een paar tips die je lekker praktisch meteen kunt gebruiken, laat het me vooral weten of het ook bij jullie werkt!