Zo ga je om met de boosheid van je kind
Je kind smijt met de deuren, stort zich ter aarde op de grond en noemt jou een ‘rotmama’. Ho, wacht even. Dat pik je niet. Hij mag best boos zijn, maar dat geeft hem geen recht om jou uit te schelden. Dus je roept hem terug en zegt: ‘Kom jij eens even hier! Ben je helemaal mal om dit tegen mij te zeggen, ik ben je vriendje niet! Ik verwacht dat je je excuses aanbiedt.’
En vervolgens zegt je kind nors ‘SORRY!’, maar je voelt dat hij er niks van meent. Dat gevoel wordt versterkt doordat je kind met een boos gezicht en zijn armen over elkaar in een hoekje van de kamer gaat zitten. Je baalt van de situatie. Waarom doet hij nou altijd zo dwars en waarom ben jij dan altijd degene die het moet ontgelden? En als je er iets van zegt, vindt hij dat nog gek ook… Lekker dan.
Wat gebeurt er nu eigenlijk als je kind zo boos is?
Om dat te laten zien wil ik even een vergelijking trekken met jezelf.
Probeer je even de volgende situatie voor te stellen.
Je hebt een drukke, maar vooral vervelende dag gehad. Het begon al bij het opstaan, je was wat later dan anders, de kinderen maakten ruzie om niks en er ging ook nog een beker melk om. Zul je net zien… Net op het moment dat je haast hebt.
De start was dus niet zo lekker. Op je werk liep het ook niet zoals je wilde. Ellenlange, suffe vergaderingen, terwijl je tegen een deadline aan zit te hikken. Nou, dat moet je dan misschien vanavond als de kinderen op bed liggen nog even afmaken.
Je haalt de kinderen op uit de BSO en van het kinderdagverblijf en vervolgens ga je koken. Je zou liever even een patatje halen, maar ja, je hebt deze week al 2x behoorlijk ongezond gegeten, je vindt eigenlijk dat er nu iets gezonds op tafel moet komen. Dus je zet de kinderen achter de tv, zodat jij rustig kan koken.
Maar helaas, de kinderen maken ruzie want ja, Paw Patrol is echt veel leuker dan Ninjago en de een roept: ‘Mámáááá! Het is niet eerlijk, hij mag altijd kiezen.’ Terwijl de ander gilt: ‘Niet waar, hij mocht gisteren al, nu ben ik!’
Wat later loopt je kind de keuken in en vraagt: ‘Mam, kun jij trouwens morgen op school helpen, dat vroeg de juf…’ en terwijl je naar hem luistert zie je dat je pan water overkookt en je spaghettisaus bijna aanbrandt en je denkt (of zegt ):
‘Whaaa!!! Houd op of ik word gek’
Herkenbaar? Ik denk het haast wel. Volgens mij kent iedere moeder dit gevoel wel. Dat je zoveel aan je hoofd hebt, dat er nog maar iets hoeft te gebeuren of je gaat gillen. Letterlijk.
Je hoofd zit vol met drukte, met alles waar je nog aan moet denken, wat je nog moet regelen en moet doen. Je kunt er gewoon niet meer bij hebben.
Zo werkt het voor je kind dus ook
Het leuke aan dit verhaal is… Zo werkt het voor je kind dus ook. Als je kind boos is, dan heeft hij exact ditzelfde gevoel. Zijn hoofd loopt letterlijk over van emoties, van boosheid of van verdriet en er past dan echt niets meer bij.
En als jij, precies op het moment dat zijn hoofd al overvol is, daar NÓG iets bij gaat stoppen, in de vorm van een advies, een preek, een geruststellend woord, een ‘zei ik toch’, dan slaan bij je kind de stoppen door. Dan denkt hij dus net als jij: ‘Whaaa!!! Houd op of ik word gek.’
Net zoals jij gillend gek wordt als er van alle kanten aan je getrokken wordt, terwijl je al amper overeind blijft staan.
Hoe kan het anders?
Maar ja… Hoe reageer je hier dan op? Je hoeft je toch ook niet alles te laten zeggen, puur en alleen omdat je kind zijn hoofd vol zit? Daar heb je gelijk in. Je kind moet leren dat hij niet alles tegen je kan en mag zeggen. Maar weet wel dat het in zo’n heftige emotie nooit persoonlijk bedoeld is. Jij zegt zelf ook dingen die je eigenlijk niet wil zeggen, als je boos bent.
Wat belangrijk is, is dat je je kind eerst even de tijd geeft om dat volle hoofd leeg te maken. Dat moet er eerst uit. En dat doet hij door even te stampen, boos te worden etc. Boos worden an sich is namelijk helemaal geen probleem, dat is zelfs heel belangrijk. De manier wáárop je boos bent, dat is vaak het probleem. Pas als er weer ruimte is in zijn hoofd, is er tijd voor je goede advies, je eventuele preek of je troostende woord.
Laat je kind dus eerst afkoelen en zeg vervolgens: ‘Je mag best boos zijn, maar ik vind het niet oké dat je zulke lelijke dingen tegen me zegt. Ik verwacht dat je daar nog je excuses voor aanbiedt.’
En het mooie is… Niet alleen je kind heeft het nodig om af te koelen. Jij ook! En op het moment dat je even wacht met je preek en dit pas tegen je kind zegt op het moment dat jullie allebei afgekoeld zijn, dan zul je merken dat dat gesprek ook een stuk fijner en soepeler zal verlopen.
Kortom; waarom reageert je kind zo heftig op het moment dat jij hem aanspreekt op zijn gedrag? Je hebt gewoon, heel simpel gezegd, niet het goede moment gekozen. En dat is precies de reden dat het totaal geen effect heeft en je het vaak zelfs alleen maar erger maakt. Geef je kind dus even een moment om weer zichzelf te worden. Gemiddeld heeft een kind een kwartiertje nodig, maar dat verschilt uiteraard per kind. Dat heeft hij (en jij) nodig.
Wil je meer lezen? In mijn boek ‘Supermama’s bestaan niet’ staan nog veel meer inzichten, tips en adviezen om ervoor te zorgen dat je kind beter naar je luistert, zonder dat je steeds weer in die strijd terechtkomt met je kind. Je kunt hier gratis de sneak preview downloaden of direct het boek bestellen.
Over de auteur:
Mijn naam is Annelies Bobeldijk, dé opvoedexpert in Nederland voor moeders die ervan balen dat hun kind niet luistert en die iedere dag strijd in huis hebben over alledaagse dingen. Ik laat jou zien hoe het anders kan, op een nuchtere, praktische en humoristische manier.
Zelf ben ik moeder van 4 jongens en ik weet als geen ander dat de tips uit de boekjes in het echt heel anders kunnen uitpakken.
Bekend van o.a. RTL Nieuws, Trouw en Vriendin.
Reacties 0