Zelfgemaakte snert voor koude winterdagen

Het is winter; buiten is het prachtig wit en lekker koud. Bij mij kriebelt het bij elke vorst…zou het goed genoeg gaan vriezen of…? Ik ben namelijk dol op schaatsen, heerlijk vind ik dat. Het liefst natuurlijk op natuurijs, dan ben ik echt gelukkig. Tijdens het schaatsen warm ik me af en toe op aan een beker warme chocomelk uit de thermosfles. Winterser kan bijna niet…of toch wel? Er is nog een ding om het echt af te maken. Bij winters weer hoort bij mij toch ook echt een grote pan met snert. Een winter zonder snert is voor mij geen echte winter.

Thuis aten we niet zo vaak snert, mijn moeder houdt er niet echt van. Al denk ik dat het meer kwam doordat mijn vader er per se een varkenspoot in wou hebben. Eigenlijk vind ik ook dat die er in hoort, maar ik kan niet tegen varkensvlees. Ik maak mijn snert dus met rundvlees...zou mijn moeder die wel lusten?  Toen ik op mezelf ging wonen vond ik dat ik toch nodig mijn snerttraditie moest starten. Sindsdien maak ik elke winter snert. Nou ja, bijna elke winter, want vorig jaar was ik zwanger en toen was ik het vergeten. Maar dit jaar hebben we er fijn van kunnen smullen.

Een grote pan snert

Snert vind ik echt zo’n soep die je in grote hoeveelheid maakt, gewoon voor het geval er iemand langskomt en ook even op wil warmen. Plus dat het een goede reden is om je ouders of schoonouders uit te nodigen om gezellig mee te eten. Al past mijn moeder dus vriendelijk voor de snert, maar ik blijf stug door uitnodigen…ik ben nogal eigenwijs. Het voordeel van een grote pan snert is dat er genoeg overblijft voor in de vriezer, zodat je zo even een kop snert kunt eten wanneer je een keer onverwachts verkleumd thuis komt. Dan heb je onderweg mooi iets om naar uit te kijken.

Mijn snert recept

Er zijn veel verschillende recepten voor snert, maar dit is ongetwijfeld een van weinige met enkel rundvlees. Ik start met een grote pan waar vijf liter in kan. Ik doe hier twee liter water in en twee pakken spliterwten (volgens mij is dat samen een kilo). Dit moet eerst aan de kook worden gebracht en vervolgens best een tijd op laag vuur door pruttelen. Ik schep wel af en toe even om, anders kan het gaan aankoeken op de bodem. Ondertussen zet ik een kleinere pan op het vuur. Hierin gaat een beetje boter, twee grote uien (in blokjes gesneden) en een fijngesneden knoflookteen. Vervolgens gaat er het ongesneden rundvlees (bieflapjes) in en een runderworst. Vervolgens voeg ik water (en een flinke scheut rode wijn) toe tot het vlees onder water staat. Hierin doe ik een kruidenbundel van laurier, jeneverbes, kruidnagel, peperkorrels en wat zout. Het water moet eerst aan de kook gebracht worden, daarna mag het op laag vuur blijven staan. Het lekkerst is om het vlees minimaal twee uur op het vuur te laten staan, zodat het vlees lekker zacht wordt. Dat geeft mij mooi de tijd om een stuk of vier aardappels te schillen en in blokjes te snijden. En ook de penen snijd ik dan alvast in plakjes (ongeveer 300 gram) en de twee preien snijd ik in kwart ringen. De kruiden kunnen er na twee uur uitgehaald worden. Het vlees snijd ik in kleine stukjes en de worst snijd ik in plakjes. Vervolgens kunnen de erwten gepureerd worden. Dan doe ik eerst het vocht van de pan met vlees erbij. Dit roer ik goed door de gepureerde erwten. Daarna kan de rest erbij. Nu hoeft het nog maar een half uurtje op laag vuur te staan, zodat de groente en aardappels ook goed gaar zijn (uiteraard moet ik dan af en toe wel weer goed blijven roeren).

De snert is het lekkerst wanneer het een dag oud is. En dan lekker met dik besmeerde roggebrood, belegd met runderrookvlees. Het water loopt me alweer in de mond….gelukkig heb ik een grote pan gemaakt