Als ik later kinderen heb ga ik overal met ze heen zodat ze in levende lijve alles kunnen zien, voelen, ervaren en daarvan kunnen leren. Ik blik terug naar de tijd voordat wij mama en papa werden. Dit is hoe we het wilden gaan doen, want ik was er toen al van overtuigd dat je meer leert als je er ook daadwerkelijk bent geweest.

 

En zo geschiedde….

Omdat we niet konden wachten met reizen, begonnen we onze reizen met kinderen in Italië. We gingen een dagje naar Milaan met 2 buggy’s met daarin twee slapende kinderen van twee en drie jaar oud. Ach, dan konden ze later in ieder geval zeggen: ‘wij zijn in Milaan geweest!’

De jaren die erna volgden vulden we met nog meer stedentrips, omdat papa vindt dat geschiedenis het leukste vak is dat er bestaat en omdat mama vindt dat je beter kunt onthouden dat de Seine door Parijs stroomt als je er aan hebt zitten picknicken dan dat je het leert uit een boek. Zo leerden onze kinderen dat Mozart geboren is in Salzburg en dat door deze stad de Donau stroomt. Zo reisden we naar Parijs en liepen onder de Eiffeltoren door. We bezochten de batterijen van Longues-sur-Mer in Normandië om ze een stukje van de tweede wereld oorlog te laten zien, waar ze verstoppertje speelden in de vele ondergrondse bunkers. We reisden naar Ile de Re, een prachtig eiland van Frankrijk waar miljonairs de duurste witte huisjes kopen. We reisden naar het vulkaangebergte van Frankrijk, de Auvergne, waar we vele kastelen bezochten en waar de kinderen zich waanden als ware prinsen en prinsessen. Ze leerden dat de prinsen vroeger maar eens per 3 maanden in bad gingen en dat dat heel veel was voor die tijd. We gingen vanuit Kroatië met de boot naar Venetië om daar te leren dat Napoleon daar gemaskerde ballen hield en feesten die 3 maanden duurden. Dat het San Marco plein regelmatig onder water komt te staan. Papa en mama leerden dat je op dat plein overigens geen koffie moet gaan drinken omdat je dan zelfs betaalt voor de afstand die de ober maakt om de koffie naar jouw tafeltje te brengen en voor de muziek waar je naar luistert, het kopje waar je uit drinkt en de koffie natuurlijk.

We reisden naar Praag, zo’n prachtige stad! Naar Wenen waar de kinderen In Slot Schönbrunn in het kindermuseum als echt “koninklijk keuken personeel” de tafel mochten dekken met het prachtigste servies, glazen, zilveren lepels, kalkoenen, groentes en taartjes. Ze mochten zich verkleden als mooie prinsen en prinsessen, koninklijke mantels passen, haren van lakeien kammen, spelen met prinsessen speelgoed en dansen in de balzaal.

We reisden naar Boedapest om daar over de eeuwen oude kettingbrug te rijden en weer aan de Donau (ja die stroomt ook hier) met een ijsje in de hand naar het prachtige parlementsgebouw te kijken.

 

Al dat reizen naar steden … daar hadden ze geen zin meer in

Maar na jaren reizen kwamen we er achter dat we bijna alle grote bekende steden in het buitenland al hadden gehad en het woord ‘stad’ niet meer echt het favoriete woord van onze kinderen was.

“Stadjes die hebben we nu wel genoeg gezien hoor! Kunnen we niet gewoon naar New York gaan en naar Curacao of de Malediven!”

“ tja uhh, dat kan, maar er moet toch ook wel iets anders zijn? Iets dichter bij huis? Iets wat we nog nooit hebben gedaan?” zeiden we tegen elkaar.

 

Het antwoord: de Museumkaart

En toen enkele maanden geleden kwam ikzelf (nou ja een oud collega) met het idee om een museumkaart aan te schaffen. Na wat onderzoek gedaan te hebben naar musea in Nederland, kwamen we erachter dat er zoveel zijn dat we die in nog geen 3 jaar allemaal kunnen bezoeken. We kwamen er ook achter dat er een soort van punten door kinderen gegeven kan worden aan de bezochte musea. Je kind wordt dan een ware “Museuminspecteur”! (Meld je aan als museuminspecteur op www.museumkids.nl/)

Zo blijft ieder museum zich inzetten om hun museum zo kindvriendelijk mogelijk te maken. We hebben natuurlijk de kaart aangeschaft en al heel veel prachtige musea bezocht. 

Van het Maritiem museum in Rotterdam tot het Nationaal Tinnen Figuren Museum in Ommen, van het Archeon in Alphen aan den Rijn tot het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk en ga zo maar door. De kinderen leren ontzettend veel op een leuke manier. Ze knutselen zich een ongeluk en komen thuis met de prachtigste kunstwerken en een schat aan waardevolle informatie, ze mogen helikopters besturen in het Maritiem museum, bij knetterend haardvuur op schapenvachten een vilte armband draaien en brood bakken in het Archeon, Tinnen soldaatjes verven in het Tinnen figuren museum, in een echt onderzeeër kruipen in het Marine museum, op een nagebouwde zolder binnen 3 minuten de belangrijkste spullen inpakken omdat je huis onder water loopt in het watersnoodmuseum en ga zo maar door.

Je bent heerlijke dagen met je gezin op pad en wij en zij leren ook nog veel op een leuke manier over geschiedenis, scheepvaart, waterbouwkunde, oorlogen, prinsen en prinsessen, ouderwets kinderspeelgoed enz.

 

Het saaie beeld van musea is voorgoed verdwenen

Het voordeel van de Museumkaart is dat als je hem eenmaal in je bezit hebt, je dan heel makkelijk een dagje weg plant. Een museum bezoekje kost je al gauw €50,- per gezin. Tel daar dan de koffie bij en een gebakje misschien? Als je de kaart hebt kun je bijna alle musea gratis bezoeken. Je gaat dan veel sneller.

En oh wat is er in Nederland alleen al veel te zien qua musea. Het museum waar niks te doen is voor kinderen moeten wij nog tegenkomen. Want wat doen ze allemaal hun best om het leuk en interactief te maken voor kinderen én voor volwassenen. Ons saaie beeld van een museum is voorgoed verdwenen.

De museumkaart is het beste cadeau wat we ons gezin konden geven! Een museumkaart voor Volwassenen kost: €59,90. Een museumkaart voor kinderen t/m 18 jaar kost:€32,45

Heb jij een museumjaarkaart? Is het iets voor jou en je gezin?

Lees dit artikel van Mamaliefde als je op zoek bent naar een museum voor kinderen.

 

Meer blogs van Lonneke: