Kinderen moeten hun eigen rommel opruimen. Toch?

Een tijdje geleden besloot ik het op te geven. Nou ja, opgeven. Het was meer van richting veranderen. Maar je kan het ook zien als opgeven, ja. Als bij jou het glas altijd half leeg is of je dag al verpest is als het de hele dag regent, dan zou je deze beslissing kunnen zien als opgeven. Je zou me voor gek kunnen verklaren of naïef vinden, zou kunnen. Bij mij is het glas liever half vol, maak ik bij een dagje regen van de gelegenheid gebruik om een wedstrijdje “hoe lang kan ik bank hangen” te houden met mezelf en buig ik luiheid om naar efficiëntie als ik met het boodschappenkarretje van de supermarkt besluit om zo mijn keuken in te rijden. Scheelt 2x in en uitladen.
Met de kar nog in mijn tuin droom ik even weg en denk na over het leven, waarom we dingen doen zoals we ze doen. Zo dacht ik na over de laatste 2 jaar. Mijn huis was nooit echt opgeruimd en ik had hierover altijd ruzie met de kinderen. Consequent zijn Lonneke! Roep ze terug en laat ze alles opruimen, of laat het maar een rommel, dan gaan ze het uiteindelijk zelf opruimen en pluk jij er de vruchten van! Dit was het advies wat ik van velen kreeg.
Maar hoe hard ik ook mijn best deed dat advies op te volgen, de enige vruchten die ik daarvan plukte waren de rotte, van de grond. Ik heb 2 jaar gezwoegd, geschreeuwd, gegild, gemopperd, gehuild, gejammerd en gezeurd. En uiteindelijk ben ik ontploft, nadat ik voor de zoveelste keer sokken, onderbroeken, Lego, slijm, snoeppapiertjes, lollystokjes, halve groene harige boterhammen en zakken chips vond achter in kledingkasten, bureaulades, achter de bank of onder het bed. Ik raapte het zooitje toen weer bij elkaar en sprak mezelf toe. “En nu ga ik het helemaal anders doen.”
Als ze zelf de noodzaak van opruimen niet zien en het alleen maar doen omdat ik wil dat het gebeurt, zullen ze het nooit leren, zei een wijs klinkende stem in mijn hoofd. Je kan een ander niet veranderen, dat moeten ze zelf doen.
Hierop volgde mijn allergekste beslissing ever. Ik doe het zelf allemaal wel......ja...zelf! Ik en hij, de papa. Hij vond het ook een goed idee. “Ja maar dan leren ze het nooit!”, zeiden de anderen. “Oh jawel hoor, ze kunnen het namelijk al.” “Maar waarom doen ze het dan niet?” “Omdat ze daar geen zin in hebben.” “Geen zin?, ze moeten maar leren dat ze dingen moeten doen waar ze geen zin in hebben.”
Later pas, overdacht ik dit antwoord. Ik vraag me af of je dat kunt leren? Iets doen waar je geen zin in hebt. Volgens mij is het meer een kwestie van gewoon doen......of niet. En als ze het al kunnen leren, kan IK dat dan of moeten ze dat zelf doen door het zelf te willen?
Ik heb het 2 jaar lang geprobeerd. En het enige wat ze geleerd hebben is dat ze op moeten ruimen, omdat ik dat wil. Omdat ik hen koste wat kost (en dat kost mij energie) 2 trappen naar boven laat rennen om hun sokken in de wasmand te doen, terwijl ik al boven stond en ze binnen 2 tellen zelf in de wasmand gedeponeerd zou kunnen hebben en hier ook nog het positieve effect van 2 extra squats aan over zou hebben gehouden.
Ze hebben geleerd dat ze iets moeten omdat een ander het wil. En dat is nu juist het geen waar ik nooit achter zal staan. “Ja maar als jij alles voor ze opruimt is dat wel lekker makkelijk.” “Ja klopt. Is het ook.” “Mag ik je wat vragen?” zei ik tegen de persoon waar ik deze conversatie mee voerde. “Als jij in een park loopt waar overal zwerfafval op straat ligt, gooi jij jouw ijsstokje er dan bij?” “Uh misschien wel ja....” was het antwoord. “En als jij in een park loopt waar niets op de grond ligt, zou jij dat stokje dan op de grond gooien?” “Uh nee......”
Ik vind het in Nederland vrij netjes overal, en dit komt niet omdat iedereen zijn eigen rotzooi opruimt. Dat doet namelijk iemand anders voor ze. Ze hebben er zelfs een baan voor bedacht. “De puinruimers van de gemeente” dat zijn die containers die je zomaar ergens in een berm ziet staan waarvan je je afvraagt of hij nu stilstaat of vooruitgaat. Omdat daarachter zo’n mannetje in slow-motion loopt met in zijn hand een prikstok om eens lekker in het afval te prikken. En als dat stukje niet blijft hangen, verwisselt hij alsof hij voor luiaard oefent zijn prikstok in voor zo’n handgrijper, enfìn....hij had ook 2 squats kunnen doen. Maar als de opruimers van de gemeentes niets zouden opruimen dan zou het er nooit zo netjes uit hebben gezien op de meeste plaatsen. Als bijeffect heeft het, dat de meeste mensen geen rommel meer op straat gooien. Degene die het wel doen, daarvan wordt het opgeruimd.
Als ik alles voor mijn kinderen opruim, leven mijn kinderen in een opgeruimd huis, ze krijgen het goede voorbeeld en zien en voelen dat het vanzelfsprekend is dat je je huis netjes opruimt. De energie die ik steek om mijn dochter naar boven te roepen om haar sokken in de wasmand te stoppen en vervolgens haar mee te sleuren naar haar schoenen om die netjes naast elkaar in de gang te zetten is slopend. Het kost me zeker de helft minder als ik het zelf opruim. Sterker nog als je het ziet als een oefening krijg je er nog energie van ook! Het goede voorbeeld geven is ook een vorm van leren, het is zelfs de meest effectieve vorm van leren.
Het kost best wat doorzettingsvermogen en af en toe val ik even terug in mijn oude patroon. Maar na 2 weken voor gemeentemoedertje te hebben gespeeld moet ik zeggen dat ik me fitter voel, wordt mijn huis steeds netter en ben ik een aardigere mama geworden. Ik merk zelfs dat er vruchten aan mijn boom beginnen te groeien. Maar het belangrijkste van alles is dat ik buiten alle rommel ook de liefde van mijn kinderen schijn aan te trekken. Ik krijg meer knuffels dan normaal, meer ik vind je liefs, en bedankjes voor het opruimen van hun spulletjes.
Het effect? Omdat ze mij zo zielig vinden dat ik alles maar opruim, maken ze mijn ontbijt, ruimen de was op en hun kamertjes. En ik kan eindelijk vruchten plukken...van de boom.
Zo simpel is het.…
» Lees ook: de slechte huisvrouw
De foto van een stressende huisvrouw is van Haywiremedia by Shutterstock
Meer blogs van Lonneke:
Reacties 0