Help mijn kind is kwijt!
Als ik mezelf dan toch een veer mag geven, ik raak niet snel in paniek. Daar ben ik trots op, want ik vertoon behoorlijk wat mieterig gedrag bij bloederige verhalen. Maar, als de nood écht aan de man is, ben ik je vrouw. Kordaat en resoluut verbind ik geschaafde knietjes, haal ik splinters uit je hand en plak ik zelfverzekerd pleisters op bloederige wonden. Alsof het niks is. Die kalmte die ik op zulke momenten weet te bewaren, daar ben ik trots op. Totdat ik mijn kind kwijt raak in het speeltuintje van de dierentuin... Van die kalmte is niets over en pure paniek druipt uit elke porie.
Alle kinderen heb ik inmiddels bekeken. Er is geen twijfel over mogelijk; ik ben mijn kind kwijt. Ik probeer kalm te blijven, maar ik ben alles behalve kalm. 2 minuten geleden speelde ik vrolijk met de jongste in de speeltuin, terwijl de oudste kindjes zichzelf vermaakten.
Het standaard geroep van een moeder die haar kind niet 1, 2, 3 kan vinden, is veranderd in schel, paniekerig geschreeuw. Mensen kijken eventjes op, maar niemand steekt een vinger uit. Hoe bijzonder. Ik hoor mijn eigen stem in mijn hoofd resoneren. De toon bevalt me voor geen meter, het is paniekgeschreeuw.
De jongste zet ik vliegensvlug in de kinderwagen en de oudste ernaast. ‘Laat de kinderwagen niet los, mama moet Orman zoeken’ zeg ik indringend tegen Kardelen. Roepend steek ik het bruggetje over richting het restaurant. Duizend-en-één gedachtes tuimelen door mijn hoofd. Had Orman nou zijn jas nog aan, of liep hij in zijn T-shirt? Hoe moet ik hem nou omschrijven? Heb ik vandaag al foto’s van de kinderen gemaakt?
Bij het restaurant vraag ik aan een medewerker of ze mijn zoontje heeft gezien. Mijn stem klinkt alsof ik het geleend heb van muis. Piepend zeg ik dat ik hem nog geen 5 minuten geleden nog zag en dat hij echt weg is. Een traan druppelt voorzichtig omlaag. Mijn zonnebril beslaat ervan.
Orman heeft een legergroen jasje aan en donkerblonde haren tot op zijn schouders omschrijf ik mijn middelste telg. Ik voel vele ogen op me gericht. Ik word er nog ongemakkelijker van dan ik al was. Het zijn de papa's, mama’s en opa’s en oma’s die het drama nieuwsgierig mee volgen. Zij hebben hun (klein)kind in het vizier en hebben tijd genoeg om dit drama vanaf de eerste rij mee te volgen. Iedereen blijft zitten waar die zit. (Hoezo dan? Mijn kind is kwijt! Help!)
Het meisje raakt mijn schouder even aan en stelt voor dat we binnen moeten kijken. Wanneer de deur open gaat, staat daar Orman aan de hand van een mevrouw die hem nét zegt dat zijn mama niet binnen is.
‘Orman!’
‘Mama, waar was je nou, ik was je kwijt!’ roept het mannetje verbaasd uit terwijl hij op me springt. Er gaan zo veel emoties tegelijk door me heen... Ik ben dolgelukkig en woest tegelijk. Vooral woest en dolgelukkig. Het liefst wil ik hem wurgen, maar ook een ijsje met hem eten op de goede afloop. Ik bedank snel de mevrouw die zo goed voor Orman heeft gezorgd en lopen het bruggetje over naar de andere twee kinderen. We knuffelen flink en ik ga met lood in mijn schoenen met de drie kinderen samen spelen.
Wat een stress! In 5 minuten tijd ben ik grijs geworden. Nou ja, vooruit, grijzer geworden.
Moraal van dit verhaal: zorg dat je kind een polsbandje om heeft, of desnoods een reepje leukoplast -op zijn rug heeft, want dat trekken ze er niet snel van af- , met zijn naam en jouw telefoonnummer erop. Vertel je kinderen wat ze moeten doen als ze je kwijtraken (waar zag je je ouders het laatst, ga daar naartoe!). Zorg dat je kinderen weten waar ze wonen. Herhaal je adres, maak er desnoods een liedje van, dat onthoudt lekker. En vooral: wurg je kind niet zodra hij/zij weer terecht is. Het zijn kinderen. Ze zullen waarschijnlijk vaker even zoek zijn. Houd je hoofd koel. Haal even diep adem. Het komt goed. En zie je iemand in paniek een kind zoeken, help even mee met zoeken. Karma puntjes gegarandeerd.
De afbeelding met spelende kinderen is van Shutterstock
Meer blogs van Melek:
Argh, ik heb het ook eens gehad op een festival, vreselijk, ik voel de paniek nog als ik eraan denk. Gelukkig zochten veel mensen direct mee. Ik kon alleen maar denken aan de slootjes langs het veld. Uiteindelijk bleek hij aan de achterkant het springkussen te hebben verlaten en hij (3) was eens lekker aan de wandel gegaan. Pfffff