Autovakantie toen en nu

A, B, C, ik doe niet meer mee! Neeheeee, ik wil niet onder 20, ik wil met honderdtallen raden! Dan doe ik niet mee, het was mijn spel, ik heb het bedacht. Er wordt flink gemopperd op de achterbank. K3 doet ook een duit in het zakje en trekt papa aan zijn capuchon. ‘Niet aan papa’s capuchon trekken! roept De Man geschrokken. Ik mag je toch wel aaien?’ wordt er beteuterd terug gezegd. Dat aan een capuchon trekken niet hetzelfde aanvoelt als een aai, is tegen dovemansoren gezegd. De een is nors, want het geaai valt niet in de smaak, de ander wil alleen maar een Duckie die in andermans handen ligt lezen en de derde. Zucht. Wat moet ik nog zeggen over het koppige derde kind.
Het geroep is te hard en te veel in een te kleine ruimte. Kortom, het is 'dikke pret' in de auto en ik probeer me er volledig van af te sluiten en niemand uit te foeteren. Ik staar naar buiten over de velden met het verstand op nul. Het is een mooi aanblik al die vrolijke kleuren buiten en het lukt warempel om zen te worden. Tot een schop tegen mijn stoel het einde markeert van de moeilijk verkregen rust in mijn hoofd. Boos draai ik me om tegen de zoveelste stoorzender. Mijn gezicht spreekt boekdelen en lokt rap een 'sorry mama' uit.
Autorit vroeger
Ik kan mij niet voorstellen hoe wij het vroeger hebben gepresteerd zonder een familiedrama te beleven, met de auto van Noord Brabant naar midden Turkije te rijden. Hoe konden wij vroeger met zijn vijven, en later zelfs met zijn zessen, 4 dagen boven op elkaar zitten in de auto en maar bleven rijden? Dag en nacht rijden zodat je er sneller zou zijn. Slapen deden we ook in de auto en de enige chauffeur die er was, mijn vader, sliep nauwelijks. Anders duurde die reis nog langer en dat wilde je niet. Liters koffie dronk De Papa om wakker te blijven met af en toe een hazenslaapje langs de kant van de weg om de ergste vermoeidheid te weren. Sigaretten werden bij de vleet gerookt. Kinderlongetjes die zich met rook vulden waren destijds de normaalste zaak van de wereld. De rit naar Turkije was eindeloos en duurde wel 4000 rokerige kilometers lang, maar toch genoot ik er van. Tuurlijk, het was vermoeiend en lang, soms saai en soms zelfs afgrijselijk, maar het was vooral heel erg leuk.
Mooie herinneringen aan gezellige gesprekken, de anticipatie op wat ging komen en natuurlijk de playlist onderweg. Ik denk terug aan de cassettebandjes die zo goed bevielen, dat ze de B-kant niet haalden. Keer of keer luisterden we naar dezelfde liedjes. Bij grensovergangen ging alles uit en je mond op slot. Ook al stond je 5 uur in de file, we gaven geen kik en muziek was ten strengste verboden. Dit was uit angst dat we iemand tegen het verkeerde been zouden schoppen met onze muziekkeuze en de auto helemaal uit elkaar moesten halen. De auto die tot de nok toe vol zat, wil je absoluut niet uit elkaar halen. Dus hielden we onze mond met af en toe een waarschuwende tik om ons te helpen herinneren aan het stil zijn. Zo ging dat vroeger. De tijd kroop in die douane file's voorbij, maar verder was de reis goed.
De geur van benzine
Tankstations hebben een speciaal plekje in mijn hart. De geur van benzine brengt me terug naar vakanties naar Turkije en dat moment van weerzien met familie. Dolblij word ik van die benzinegeur en snuif ik altijd even extra diep in. Een tankstation betekende immers uit die bedompte auto stappen waar je al 6 uur opeengestapeld zat, de benen kon strekken, misschien even kon spelen en eindelijk naar het toilet mocht. Een momentje van vrijheid en ook niet onbelangrijk, die volle blaas legen. De familiebezoeken zijn zonnige herinneringen gevuld met neefjes, nichtjes, ooms, tantes en mijn opa en oma’s die reikhalzend uitkeken naar onze komst. Ik weet niet of mijn ouders dezelfde sentimenten delen over deze lange ritten naar het verre Turkije, maar in mijn herinnering is het fijn. Wat een verschil is het met autoritjes van tegenwoordig.
Autorit nu
Ik kan me niet voorstellen deze lange reis met de auto ooit zelf te ondernemen met mijn eigen kinderen. Ik sta al op ploffen tijdens de 2,5 uur durende hellerit naar de kop van Groningen en kan de kinderen inmiddels stuk voor stuk wel wurgen. HOU.TOCH.OP. NU!
Onze elektrische auto hoeft niet volgetankt te worden met benzine. En toch kom ik vaker dan me lief is bij tankstations. Want die kinderblaasjes van tegenwoordig moeten elk kwartier worden geleegd. Niks 6 uur achter elkaar gas geven en hopen dat je vader een keer gaat stoppen bij een tankstation. Zodra ik de hoek om ben, moet het eerste kind al naar de wc. Verbaasd kijk ik achterom. 'Maar je bent net thuis geweest.' Hoe dan kind, hoe dan? 'Toen moest ik maar een beetje' is het logische antwoord. Uiteraard, waarom zou je meer dan een beetje plassen op je eigen schone toilet. Reken maar dat die andere 2 ook weer een plasje paraat hebben. Zucht. Groningen moet nog even wachten. Tankstation, we komen er aan!
» Lees ook: autovakantie, dit moet je niet vergeten
Meer blogs van Melek:
Reacties 0