Vriend-af en vriend-aan
Ik zie aan de hangende schouders van mijn jongste meteen dat er wat aan de hand is. Hij doorkruist het schoolplein sloffend en komt naar me toe. “Waar is Mike?” Jullie hadden toch een speel-afspraak vandaag?”, vraag ik hem. “Mike en ik zijn vriend-af!”. Aha! Dat verklaart die hangende schouders meteen. “Hoe kan dat nou opeens?”. Mike en Noah zijn al jaren dikke vrienden. Eigenlijk al vanaf de eerste dag samen in groep 1. Ik kijk wel eens naar ze als ze samen aan het spelen zijn en vind het net een getrouwd stel. Ze kunnen uren samen spelen, maar ook heerlijk babbelen, discussiëren, kibbelen en wedijveren. Maar…. (en dat is voor mij het toppunt van een goede relatie) ze kunnen ook rustig een paar uur zwijgend samen doorbrengen. Ieder verdiept in wat anders, maar gewoon genietend van elkaars gezelschap. “Mike wilde in de pauze mijn voetbal afpakken en toen ik hem niet wou geven schopte hij tegen mijn been, daarom zijn we nu vriend-af!”. Zonder nog op of om te kijken sjokt hij het schoolplein af richting huis, mij met zich meetrekkend.
Eenmaal thuis probeer ik nog wat meer informatie los te peuteren over deze vreemde ontwikkeling binnen hun vriendschap. Maar er komt echt niet meer uit dan het “voetbal-incident” en Noah lijkt zich er verder ook niet meer druk om te maken. Als de kinderen in bed liggen vertel ik aan mijn man wat er gebeurd is. “Niet druk over maken, het komt wel weer goed!”, is het enige wat ik van hem te horen krijg. Dat het me niet lekker zit blijkt die nacht. Ik droom over Mike, over Noah, over school, over mijn eigen jeugd en over de ouders van Mike, waar wij super goed mee op kunnen schieten. Na een onrustige nacht besluit ik dat daar de oplossing zit. Ik ga het gewoon met de moeder van Mike bespreken, wellicht kunnen we samen voor vrede tussen de twee mannen zorgen!
Als ik Noah de volgende dag naar zijn klas breng negeert hij Mike volkomen, en vice versa. Met een zwaar gemoed sta ik die middag weer op het schoolplein. Noah komt naar buiten hollen met Mike in zijn kielzog. “Mam, mogen we samen bij ons thuis spelen???”.”Natuurlijk jongens, ik vind het prima!”. De moeder van Mike (blijkbaar totaal niet op de hoogte van het “incident” van gisteren) komt naar me toe. “Is het OK bij jou?”. “Ja hoor, prima!” Antwoord ik opgelucht!
Eenmaal bij ons thuis gekomen duiken beide heren enthousiast op de voetbal. Na een half uurtje voetballen komen ze binnen om wat te drinken, en terwijl ze zo heerlijk broederlijk naast elkaar zitten, kan ik het niet laten om het nog even te vragen. “Jullie waren toch vriend-af jongens?”. “Jaaaaaaa, dat was gisteren!”. “Nu zijn we weer vriend aan!”. “En hoe komt dat zo?”. “Hebben jullie sorry tegen elkaar gezegd?”. “Nee joh……we zijn gewoon weer vriend aan!”, antwoord Mike zonder een spoor emotie op zijn smoeltje. Tja, zo werkt het brein van 6 jarige jongetjes dus blijkbaar!
Die nacht slaap ik weer onrustig. In mijn dromen verschijnen vrienden en familieleden waarvan ik in de afgelopen jaren afscheid heb moeten nemen door onzinnige “ruzies” en wederzijds onbegrip. En heel stiekem ben ik een beetje jaloers op mijn 6 jarige zoon. Werkte het in een volwassen leven ook maar zo…...vandaag vriend-af en morgen weer vriend-aan!
Reacties 0