Samenspelen met andere kinderen

Samenspelen is belangrijk voor de ontwikkeling van je kind. Je kind leert onder meer met anderen omgaan, conflicten oplossen, gevoelens te verwoorden. En dat gaat niet altijd vanzelf. Vanaf welke leeftijd kan je kind samenspelen en hoe kun je het samenspelen stimuleren? Lees het in dit blog.

Waarom is samenspelen belangrijk?

Het spelen met andere kinderen is voor je kind eigenlijk een voorproefje van het deelnemen aan de maatschappij als je kind ouder is. Door het spelen met andere kinderen, leert je kind namelijk om te gaan met anderen en ontwikkelt het sociale vaardigheden. Ook leert je kind zich inleven in anderen, om te gaan met grenzen en conflicten en ontdekt je kind wie het zelf is. Genoeg redenen dus om het samen spelen te stimuleren.

Samenspelen op jonge leeftijd nog lastig

Voor kinderen van twee jaar is het nog lastig om echt samen te spelen. Ze spelen naast elkaar, waarbij ze vaak hun eigen spel spelen. Speelgoed afpakken en niet willen delen, is normaal en hoort erbij. Dit komt omdat peuters op zichzelf gericht zijn en zich nog niet kunnen inleven in anderen.

Vanaf ongeveer drie tot vier jaar gaan kinderen samenspelen. Je kind kan zich meer inleven in dat een ander kind het ook leuk vindt en kan al iets meer rekening houden met anderen.

Tips om het samen spelen te stimuleren

Hoe kun je jouw kind stimuleren om samen te spelen met andere kinderen? Lees onderstaande tips:

Bied je kind gelegenheid om samen te spelen. Dit kan op een peuter speelschool, in de speeltuin, met kinderen uit de straat, neefjes en nichtjes.
Benoem de gevoelens en behoeften van je kind en die van anderen. Zo voelt je kind zich begrepen en leert het ook om zich in te leven in anderen. Zeg bijvoorbeeld: ‘Sarah huilt omdat ze geen schep meer heeft’ of ‘Jij wilt nu graag op de fiets, of niet?’.
Wil je kind zijn speelgoed niet delen? Dwing hem niet te delen. Je kind zal dan nog meer zijn speelgoed beschermen en het niet willen geven. Benoem dat een ander kind er ook mee wil spelen, omdat die het ook leuk vindt, net als jouw kind. Laat zien hoe jij speelgoed aan het andere kind geeft om mee te spelen en benoem hoe dit kind het vindt als het er ook mee mag spelen.
Pakt je kind speelgoed af? Leer je kind om te vragen: ‘Mag ik nu?’. Dit kan vanaf ongeveer drie jaar. Zegt de ander ‘nee’? Geef uitleg aan je kind en bedenk samen iets anders wat het kan doen.
Is jouw kind bepalend in het spel? Laat jouw kind en zijn vriendje om de beurt ‘leider’ zijn. Als je leider bent, mag je voor tien minuten bepalen hoe het spel gaat.
Komen jouw kind en zijn vriendje er niet uit wat ze willen spelen? Laat ze ideeën “opschrijven” om te doen (één idee per briefje). Vouw ze dicht en stop ze in een doos of pot. Laat de kinderen om de beurt een briefje trekken: wat erop staat, gaan ze doen voor een bepaalde tijd.
Bij conflicten: praat niet over schuld, maar over wat helpt wel en wat niet? Bijvoorbeeld als een kind geslagen is: ‘helpt dat om het samen fijn te hebben?’. Bespreek wat wel helpt voor allebei de kinderen.

Vindt jouw kind het lastig om samen te spelen? Blijf er dan even bij om het spelen te begeleiden, speel bijvoorbeeld even tien minuten mee met de kinderen. Meteen een mooie gelegenheid om te kijken hoe je kind samenspeelt.

» Lees ook: zo luistert je kind sneller

» Lees meer: blogs over opvoeding