6 tips om peuterdriftbuien te voorkomen

In alle bescheidenheid zou Merel zichzelf wel ervaringsdeskundige willen noemen. Met twee behoorlijk temperamentvolle dames, die al sinds hun geboorte lijken te weten wat ze willen, en een derde onderweg, heeft ze al de nodige peuterdriftbuien gezien.

Ik heb mijn dochters meer dan eens onder luid protest als een plank afgevoerd. We voerden discussies op een leeftijd dat ik dacht daar nog lang niet mee bezig te hoeven zijn. En ze ontploften wanneer ik ze vertelde dat iets niet mocht. Dat moest anders. Gelukkig lukte dat ook. Naarmate ik me meer in las en meer ervaren werd, bleken er toch handige foefjes te bestaan om de sfeer enigszins gezellig te houden en zoveel mogelijk peuter driftbuien te voorkomen.

6 tips om peuterdriftbuien te voorkomen:

1. Benoem wat ze proberen duidelijk te maken. ‘Je wil graag buitenspelen op blote voeten, hè?’ of ‘Mama snapt dat je graag wil kleuren op het behang met een krijtje’. Alleen die woorden maken al een wereld van verschil. Natuurlijk hoef je geen peuter Picasso op de muur, maar zolang ze het idee hebben dat je niet snapt waar ze hun zinnen op hebben gezet, gillen ze alleen maar harder.  Zodra ze kalmer zijn, leg dan zo simpel en duidelijk mogelijk uit waarom je iets niet wil. En waar mogelijk: bied een alternatief. ‘Je mag niet buitenspelen op blote voeten, want het grind doet pijn aan je voeten. Je kunt wel op je slippers spelen.’ Zo heb ik menig debat in de kiem kunnen smoren.

2. Vertrek niet abrupt, geef het ruim op tijd aan. Ze zullen er vast zijn, peuters die heel lief en gehoorzaam meegaan wanneer hun moeder dit vraagt. Hier in huis in elk geval niet. Daarom zeg ik een minuut voor vertrek dat we zo weggaan. Ik geef aan dat onze peuter nog even mag spelen, dat we daarna de knuffelbeer gaan wegleggen en dan weer iets anders gaan doen. Vaak vinden kinderen het namelijk prettig te weten waar ze aan toe zijn, heb ik gemerkt.
3. Bied ze waar mogelijk een keus. Hou het opnieuw simpel. Rokje of broek, gympen of kaplaarzen en pindakaas of smeerworst?
4. Haal je kind (en jezelf) uit de situatie wanneer het niet werkt. Stel dat je naar een verjaardag gaat en vanaf het moment dat je binnenstapt, gaat het mis. Je peuter jengelt, gilt of huilt, is hangerig en zoekt constant negatieve aandacht. Ga dan liever even uit de situatie. Misschien kun je naar een speeltuin in de buurt of rondje lopen. Beter dan ongemakkelijk blijven zitten en willen wegzakken in dat spreekwoordelijke gat in de grond. Mocht zo’n rondje geen baat hebben, maak dan een nieuwe afspraak en ga lekker naar huis.
5. Probeer zoveel mogelijk aandacht te geven aan positief gedrag. Anders heb je het gevoel dat je meer politieagent dan mama bent. Bovendien geef je hen reden om door te gaan (aandacht is immers aandacht). Samen spelen werkt hierbij ook goed. Pak de Duplo erbij, breng pop naar bed of ga lekker samen kleuren.
6. Ga erop uit. Niets is vervelender dan in huis zitten met een dwarse peuter die nergens zin in heeft. Zet ze op de fiets en ga een rondje maken of wandel een stukje door de buurt. Verwonder je samen over de slak die traag over het voetpad glijdt, speur de bomen af naar vogels en vertel wat je onderweg allemaal tegenkomt. 

Heb jij nog tips om die o zo bekende driftbuien bij peuters te voorkomen?

Fotocredits: Shutterstock